De man-in-the-middle aanval kan net zo gemakkelijk gericht zijn op grote bedrijven als op discussies op een sociaal netwerk. Dit type aanval is vooral geducht omdat de betrokken partijen nietsvermoedend zijn.
De man-in-the-middle (MITM)-aanval is een wijdverspreide en snelgroeiende vorm van cyberaanvallen. Maar wat gaat er schuil achter deze mysterieuze naam?
De man-in-the-middle aanval is een aanval die wordt uitgevoerd door een hacker die zich mengt in de communicatie tussen twee partijen. Heel vaak is de ontvanger een server, zoals Gmail of een site voor online bankieren. Zeer belangrijk punt: de twee communicerende partijen zijn zich er nooit van bewust dat een derde entiteit (de hacker) zichzelf in het centrum van de communicatie heeft geplaatst.
Laten we een voorbeeld nemen dat de man-in-the-middle-aanval samenvat. Je praat ongeveer tien minuten met een vriend. Tijdens deze tien minuten merk je absoluut niets bijzonders op en praat je rustig verder. Een derde persoon, waar je niets van weet, staat echter vlakbij en luistert al jullie gesprekken af.
Dit proces is weliswaar eenvoudig, maar kan ernstige schade toebrengen aan internetgebruikers of bedrijven die er het slachtoffer van worden. Een voorbeeld: een persoon probeert verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk (communicatie tussen A en B). Deze persoon probeert verbinding te maken met een relatief veilig netwerk. De hacker mengt zich echter in deze communicatie en biedt zijn slachtoffer zijn eigen Wi-Fi-netwerk aan. Zodra het slachtoffer verbinding heeft gemaakt, kan de hacker alle browsegegevens verzamelen (versleutelde wachtwoorden, bezochte sites, bankgegevens, enz.)
Een ander voorbeeld: een persoon voert verschillende handelingen uit op zijn online bank. We hebben het dus over communicatie tussen A (de bankklant) en B (de online bank). Met technieken zoals ARP- of DNS-spoofing kan de hacker het slachtoffer omleiden naar een andere server met een site die in alle opzichten lijkt op die van de online bank. Het slachtoffer heeft dan geen relatie meer met zijn bank, maar met de hacker. De hacker heeft dan een aantal opties. Hij kan zijn slachtoffer vragen om namens de bank overschrijvingen te doen. Hij kan zijn slachtoffer ook doorverwijzen naar andere frauduleuze platforms.
De “man in het midden” gebruikt phishing vaak om zich in een communicatie te mengen. Hij stuurt een bericht in naam van een entiteit of instelling en moedigt zijn slachtoffer aan om een specifieke website of een frauduleuze applicatie te bezoeken. Op deze manier onderschept de hacker een communicatie tussen twee partijen.
De man-in-the-middle-aanval wordt vooral gebruikt bij cyberaanvallen op middelgrote en grote ondernemingen. Hackers identificeren zwakke plekken in de beveiliging van bedrijven om ze te infiltreren. Eenmaal binnen in het computersysteem van een bedrijf, kan de hacker verschillende operaties uitvoeren zonder dat iemand de inbraak vermoedt (bijv. geld overmaken, vertrouwelijke gegevens verzamelen voor chantagedoeleinden, gevoelige informatie vrijgeven, sabotage, enz.)
In 2020 waren bijvoorbeeld bepaalde telecommunicatie-infrastructuren, waarvan sommige eigendom waren van Nokia, het doelwit van verschillende man-in-the-middle-aanvallen. De hackers maakten gebruik van bepaalde mazen door valse communicatierelais te plaatsen. Op die manier werden de uitwisselingen van bepaalde personen en bedrijven verplaatst naar deze valse communicatierelais. De hackers konden zo alle informatie vastleggen die op deze valse communicatierelais werd uitgewisseld.
Maar de man-in-the-middle-aanval kan ook op kleinere schaal worden ingezet. Op sociale netwerken kan een hacker iemands account kapen en zich met zijn digitale leven bemoeien. De hacker kan chatten met vrienden en familie om vertrouwelijke informatie of bankoverschrijvingen te verkrijgen. Het slachtoffer wordt ervan overtuigd dat hij aan het chatten is met een vriend, terwijl de hacker zich aan de andere kant van het communicatiekanaal bevindt.
De man-in-the-middle-aanval is daarom een bijzonder effectief type cyberaanval, aangezien de belanghebbenden geen idee hebben. Maar laten we niet vervallen in paranoia door voortdurend de aanwezigheid van een derde persoon in onze digitale uitwisselingen te vermoeden. Laten we in plaats daarvan in gedachten houden dat onze online beveiliging speciale aandacht verdient.